Verzadiging opvangnet: Fedasil schendt de wet

In 2008 waarschuwde de Federale Ombudsman Fedasil al voor de verzadiging van het opvangnet voor asielzoekers. Als reactie hierop werd het netwerk in de 3 jaar erna telkens uitgebreid, zodat men zou kunnen beantwoorden aan de noden van het stijgend aantal asielzoekers in ons land. Toch volstond dit niet, toen niet, nu niet. Het gevolg is dat de Federale Ombudsman jaarlijks heel wat klachten ontvangt tegen het Federale asielbeleid.  Op dinsdag 18 oktober 2011 kwam de ombudsdienst woord en uitleg geven in de Kamer hierover.

Al sinds 2009 weigeringen

De interessante uiteenzetting leerde ons dat Fedasil sinds 2009 geen opvang meer verschaft aan illegale gezinnen met kinderen, wegens de verzadiging van het netwerk. Sinds april van dat jaar tot eind september 2011 werden er zo al 894 illegale gezinnen geweigerd (ofwel: 3.490 personen, waarvan 2.073). In 2010 betrof 7% van alle opgevangen personen illegale gezinnen, vandaag nog 1%.

Dit is echter onwettig. Hoewel deze gezinnen hier illegaal zijn, wijst het Grondwettelijk Hof erop dat illegale minderjarigen (en dus ook gezinnen met minderjarige kinderen) opvang moeten krijgen. Zo niet worden universele rechten van de mens geschonden. Het gevolg hiervan kennen we reeds: Fedasil verwijst gezinnen door naar de OCMW’ s, waar ze kunnen beroep doen op financiële steun (wat bijgevolg het aanzuigeffect enorm heeft bevorderd) of moet dwangsommen betalen wegens het weigeren van opvangplaats.

Discrepantie tussen de taken van Fedasil

Het kafkaiaanse van dit alles is dat de officiële kerntaak van Fedasil “het opvangen van asielzoekers” is, niet van illegalen. Maar aangezien Fedasil de enige instantie in ons land is die illegale gezinnen kan opvangen, moet zij deze taak op zich nemen, zelfs al is die niet opgenomen in haar taakomschrijving. Doet ze dit niet, dan worden de universele rechten van de mens geschonden.

Los van dit alles schendt Fedasil nog op 2 manieren de huidige wet: de noodopvang in hotels, in 2009 in het leven geroepen, is een onwettige praktijk. Daarnaast is ook het verlengd openhouden van de  noodopvang illegaal. Wettelijk gezien moet deze beperkt blijven tot 10 dagen.

Geen woorden, maar daden

De Federale Ombudsman bevestigde tijdens deze hoorzitting nog maar eens wat we in het parlement al meermaals bij de verantwoordelijke Staatssecretaris aankaartten: we kunnen hier spreken van een wanbeleid waar elke logische samenhang en vorm van coördinatie ontbreekt. Deze uiteenzetting kan dan ook worden aangegrepen door de onderhandelende partijen om nu echt werk te maken van verandering. Toch grepen sommige parlementsleden deze gelegenheid enkel aan om hun partijstandpunten nog eens op een rijtje te zetten, over “hoe het zou moeten”…  Aan hen richt ik één boodschap: “Realiseer dit dan ook”.