Vlaams Parlementslid en schepen in Aalst
Kruimelpad
Terugbetaling dringende medische ingrepen illegalen: nog heikele punten
Het KB van 12/12/1996 betreffende de dringende medische zorgverlening aan vreemdelingen die illegaal in ons land verblijven, bepaalt dat de taak van het OCMW ten aanzien van een illegale vreemdeling zich beperkt tot het verlenen van dringende medische hulp (preventief of curatief). Deze mag verstrekt worden in en buiten een verplegingsinstelling. De terugbetaling door het OCMW beperkt zich tot de kostprijs van gezondheidsprestaties, als deze voorzien zijn van een RIZIV-code. In praktijk blijkt de uitvoering van dit KB echter nogal vaak voor onduidelijkheden te zorgen bij ondermeer tandartsen en geneesheren die met deze problematiek in aanraking komen. Daarom stelde ik afgelopen woensdag aan Staatssecretaris Courard enkele vragen in de Kamercommissie Volksgezondheid.
Medische kaart
Een patiënt die niet beschikt over een sis-kaart, noch over een geldige verblijfsvergunning, heeft sowieso recht op dringende medische hulp. Deze kan hij terugbetaald zien door een medische kaart bij het OCMW aan te vragen. Het probleem is echter dat die al kan worden afgeleverd enkel na onderzoek naar verblijfssituatie en mate van behoeftigheid; de medische toestand hoeft niet noodzakelijk vooraf gecontroleerd te worden. Dus kan men een medische kaart krijgen zonder te weten wat de eigenlijke medische toestand van de aanvrager is. Dit gebeurt nu al in OCMW van Gent: daar wordt de medische kaart periodiek (driemaandelijks) afgeleverd, zonder dat er sprake moet zijn van een noodzakelijke medische behandeling. Dit is totaal onlogisch, daar de medische kaart net wordt uitgereikt om dringende medische hulp terugbetaald te krijgen.
“Dringende” medische ingreep?
Nog meer onduidelijkheden bestaan er over de invulling van het “dringende” karakter van de ingreep. Enkel “dringende” medische hulp aan illegalen wordt immers terugbetaald. De vaststelling hiervan gebeurt door de geneesheer zelf, maar is in praktijk vaak moeilijk en subjectief aangezien er geen limitatieve criteria - geen éénduidigheid - bestaan om de “dringendheid” te bepalen.
Duidelijkheid gevraagd
Geneesheren beoordelen dit ongetwijfeld wel objectief, maar zolang er geen duidelijke voorwaarden om de “dringendheid” te bepalen op papier staan, zullen artsen verschillende oordelen in éénzelfde situatie kunnen uitspreken. Dit maakt ook misbruik mogelijk. Het OCMW kan in geval van twijfel rond dit “dringend” karakter nog een tegenexpertise laten uitvoeren, wat echter weer extra tijd en moeite kost. Er zou dus een duidelijke lijst moeten opgesteld worden om het “dringende” karakter éénduidig te regelen, zodat er hieromtrent geen tegenstrijdige adviezen kunnen opduiken.
Bovendien worden dringende ingrepen enkel terugbetaald als ze ook zijn voorzien van aan RIZIV-nummer. Maar wat als de arts oordeelt dat de ingreep hoogdringend is, en deze niet is voorzien van een RIZIV-code? Een duidelijk antwoord werd hierop helaas niet gegeven.
ECarmed op komst: de oplossing?
Toch kon de Staatssecretaris concluderen met een positieve noot: het project eCarmed wordt voorbereid om de controle en terugbetaling door Staat via Hulpkas ziekte- en invaliditeitsverzekering te laten verlopen. Door deze samenwerking zal er beroep kunnen gedaan worden op hun controlerend geneesheer. Dit alles zou misbruik moeten tegenhouden. Hoewel ik vind dat er dan ok op het niveau van de arts zelf ook duidelijkheid moet komen, betekent dit initiatief ongetwijfeld al een stap in de goede richting…