Vlaams Parlementslid en schepen in Aalst
Kruimelpad
Premie voor mobiele werklozen is omgekeerde wereld
Het voorstel van federaal minister van Werk Joëlle Milquet (cdH) om een premie te geven aan werklozen die in een andere regio willen gaan werken, is voor N-VA onaanvaardbaar:
Gezien de grote verschillen in werkloosheidscijfers is dit alweer een transfer. Na de BTW-maatregel is dit al de tweede poging vanuit Franstalige hoek om in de Vlaamse geldbuidel te zitten.
Vlamingen moeten opnieuw meebetalen om de vele Brusselse en Waalse werklozen te overtuigen om een job te aanvaarden, terwijl ze in feite gesanctioneerd zouden moeten worden indien ze daar níet toe bereid zijn. Mensen een premie geven omdat ze bereid zijn te gaan werken, is echt wel deomgekeerde wereld. Het is ook een onrechtvaardige maatregel ten opzichte van de vele mensen die nu reeds in een andere regio werken en daarvoor geen extra premie krijgen.
Het is bovendien een kwalijke zaak dat minister Milquet expliciet aangeeft dat ze met deze borrelnoot-maatregel een halt probeert toe te roepen aan het debat over de staatshervorming waarin de regionalisering van het arbeidsmarktbeleid een belangrijke prioriteit is.
Wat wil N-VA dan wel?
Als de federale regering inderdaad geld ter beschikking heeft, dan zou ze dat beter efficiënt aanwenden in haar specifieke federale bevoegdheden. In de plaats van een extra premie te geven zou de federale regering beter een prioriteit maken van het wegwerken van de werkloosheidsval door het verschil tussen uitkeringen en een loon te vergroten. Dit kan perfect met een gerichte lastenverlaging.
Nog beter zou het zijn als bovendien het hele arbeidsmarktbeleid naar de Gewesten overgeheveld zou worden. Het wordt immers tijd dat elk Gewest geresponsabiliseerd wordt voor het beleid dat het voert ten opzichte van werklozen. Werklozen moeten aangepord worden om op zoek te gaan naar een job en om een passend jobaanbod ook effectief te aanvaarden, ook als men zich daarvoor moet verplaatsen naar een andere regio. Werklozen moeten in die zoektocht uiteraard goed begeleid worden, er moet geïnvesteerd worden in een beter openbaar vervoer, er moeten voldoende taalopleidingen georganiseerd worden en ook jobbeurzen kunnen werklozen helpen een geschikte baan te vinden. Maar parallel aan dit ondersteunend beleid moet er ook een streng sanctioneringsbeleid gevoerd worden.
Brussel en Wallonië tellen veel meer werklozen dan Vlaanderen en vele Vlaamse bedrijven hebben nood aan werkkrachten. Daarom is het een goede zaak dat de ministers-presidenten van de drie Gewesten afgesproken hebben om een interregionale banenconferentie te organiseren. Het geld dat minister Milquet voor deze onrechtvaardige maatregel voorzien heeft, kan ze beter aanwenden ter ondersteuning van het beleid van de Gewesten.