Vlaams Parlementslid en schepen in Aalst
Kruimelpad
De saga van de instructienota van DVZ duurt voort ...
Enige tijd nadat ik een instructienota van de DVZ - waarin de criteria voor regularisatie worden vastgelegd – in handen kreeg en deze aan Staatssecretaris Wathelet voorlegde in de Kamer, bleek afgelopen dinsdag tijdens de hoorzitting rond het regularisatiebeleid dat ook Open VLD en CD&V de nota willen laten intrekken. Hoewel de reacties betrekkelijk laat volgen op het uitlekken van de nota, hoop ik dat het protest van N-VA, Open VLD en CD&V tegen deze nota in de Kamer gisteren de voorbode mag zijn van de definitieve intrekking ervan.
De nota
Zoals ik reeds vorige maand aanhaalde, stelt deze instructienota dat bepaalde misdrijven zoals diefstal met gewelde en handel in verdovende middelen pas leiden tot uitsluiting indien er een veroordeling tot 18 maand effectieve celstraf is uitgesproken, en dit binnen de laatste vijf jaar. Werd de veroordeling meer dan 5 jaar gelden opgelopen, kan de persoon in kwestie alsnog geregulariseerd worden, net zoals gezinshoofden die tot 2 jaar effectieve celstraf gekregen hebben.
Bovendien worden er ook duidelijke instructies gegeven met betrekking tot het behandelen van dossiers met frauduleuze documenten.: “enkel frauduleuze documenten waarmee in een eerdere procedure een onterecht verblijfsvoordeel werd verkregen kunnen leiden tot uitsluiting” Dat is zoveel als zeggen dat valse documenten die voor het eerst worden aangewend niet kunnen leiden tot uitsluiten. Een eerste keer frauderen is dus toegestaan, een tweede keer kan worden afgestraft. Dit is verrassend, want in 2009 verklaarde Wathelet nog dat valse arbeidsdocumenten in een regularisatiedossier niet getolereerd worden …
Parlement niet geïnformeerd
Binnen het parlement was niemand tot voor kort op de hoogte van het bestaan van dergelijke instructies. De nota is dan ook niet de vertaling van wat er in het regeerakkoord, noch in het regularisatie-akkoord, werd afgesproken. Dit stemt tot nadenken: indien de Staatssecretaris in 2009 al open kaart had gespeeld met het Parlement – ik ondervroeg hem in het verleden tot viermaal toe over het bestaan van dergelijke instructies en hij ontweek elke vraag – ; zou de collectieve regularisatie van 2009 toen nog met een meerderheid goedgekeurd geweest zijn, in de wetenschap dat criminelen niet automatisch geweigerd worden?
Geen cijfers
Wathelet bleef er evenwel op hameren dat de instructienota enkel een leidraad is, en dat niet elke veroordeelde illegaal die kan geregulariseerd worden effectief wordt geregulariseerd. Op die manier ontkent hij niet dat er in het verleden al criminelen werden geregulariseerd! Toch liet hij ons in het ongewisse welk deel van de in 2010 geregulariseerden (24.199 personen!) een crimineel verleden hadden. Ook een precieze uitsplitsing naar de gehanteerde criteria werd niet gegeven. Iets wat ik ten stelligste betreur, want op die manier is het onmogelijk een overzicht te krijgen van de eventuele gevolgen voor de burgers.
Onderhevig aan de beslissing van de RvV
De Staatssecretaris wees er verder –opnieuw – op dat uiteindelijke beslissingen dossier per dossier moeten worden genomen, en dat alle elementen – de positieve tegenover de eventuele criminele feiten – tegen elkaar moeten afgewogen worden. Ondanks zijn discretionaire bevoegdheid kan hijzelf naar eigen zeggen een crimineel het “recht” op regularisatie niet ontzeggen en dient hij rekening te houden met de uiteindelijke rechtspraak van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen, omdat zij het laatste woord zouden hebben.
Enkel in beroep
Hierbij dien ik echter op te merken dat regularisatie nooit een recht van de vreemdeling is: de Staatssecretaris kan iemand regulariseren, maar is dit in geen geval juridisch verplicht. Het advies van de Staatssecretaris is dus in geen geval onderworpen aan de rechtspraak van de RvV als een geweigerde beslissing later wordt aangevochten Ik blijf het herhalen: regularisatie is een gunst – hoewel onder meer PS, Ecolo-Groen dit in de wet willen inschrijven als “recht”- waardoor Wathelet inderdaad verplicht zou worden om de regularisatie toe te kennen, en de betrokken illegaal dit ook zou kunnen laten afdwingen in beroep. Hij bepaalt dus zelf aan wie hij deze gunst verleent, in dit geval dus ook aan criminelen. Het wordt dus tijd dat hijzelf de volle verantwoordelijkheid opneemt voor wat in de instructienota staat.
Yves Leterme coördineert het wanbeleid
Gisteren werd het dan ook tijd dat aftredend premier Leterme, in de hoedanigheid van coördinator van het asiel- en migratiebeleid, verantwoording aflegde tegenover de plenaire vergadering, alsook tegenover zijn partijgenoten, die evenmin weet hadden van het bestaan van de nota. Had hij weet van het bestaan van deze instructies? En is hij van plan nu op te treden en de intrekking van de nota te eisen? Hoewel ik had gehoopt om nu eindelijk een antwoord hierop te krijgen, vond de premier het niet meer dan normaal dat hij zich een schamele 20 minuten voor de plenaire vertoonde, zonder mijn vraag af te wachten. Andermaal toont de apathische en afwezige houding van de premier aan dat het asiel- en migratiebeleid in ons land niet zijn eerste bekommernis blijkt te zijn.
Dossiers herbekijken
Bij mijn weten is en blijft het heikele punt uiteindelijk dat in ons beschaafde land illegalen met een crimineel verleden nog kunnen meegenieten van de gunst van regularisatie… Het is en blijft politiek onverdedigbaar dat op basis van deze criteria reeds dossiers positief geëvalueerd werden. Daarom zal de N-VA zich fel blijven verzetten tegen regularisatie, en zal ik Leterme hierover blijven ondervragen. Daarnaast eis ik dat de reeds goedgekeurde regularisatie-aanvragen worden herbekeken en desnoods worden ingetrokken wegens gevaar voor de openbare orde.
Gesteund door Open VLD en CD&V hoop ik dat ook de intrekking van deze instructienota, die geen enkele maatschappelijke meerwaarde biedt, nu snel een feit mag worden genoemd.