Vlaams Parlementslid en schepen in Aalst
Kruimelpad
Asielcrisis:niet enkel tijdens de vrieskou, maar 365 dagen per jaar
In de voorbije jaren heeft de EU jaarlijks gemiddeld 1,8 miljoen immigranten verwelkomd. België verwelkomde zo jaarlijks tot 4x het Europees gemiddelde. Eurostat heeft vorig jaar in een rapport berekend wat de EU-lidstaten de komende decennia kunnen verwachten in termen van bevolkingsgroei: de Ierse bevolking zou stijgen met 46 procent, de Luxemburgse met 45 procent en de Belgische met 24 procent tegen 2060. In ons land zal één van de hoofdredenen daarvoor de migratie zijn.
Dit is logisch: migratie maakt deel uit van onze samenleving en kan in elk opzicht een verrijking betekenen. Het probleem van ons land is en blijft echter dat de focus al jarenlang enkel op passieve migratie ligt, nl. op asielzoekers, migratie via gezinshereniging enz., en veel minder op studenten- en arbeidsmigratie. Dat terwijl ons land gekwalificeerde werknemers uit het buitenland meer dan ooit kan gebruiken, onder meer om bepaalde knelpuntberoepen op te vullen.
Draagvlak ondermijnd
Het gevolg van dit onevenwicht is dat het publieke draagvlak voor migratie volledig ondermijnd wordt: terwijl het een positief deel van de samenleving uitmaakt, krijgt de term “migratie” steeds vaker een negatieve bijklank. De man in de straat wordt immers al jaren geconfronteerd met beelden van rijen asielzoekers die aanschuiven voor Fedasil, met niet toegewezen mensen die tevergeefs een opvangplaats zoeken, met gevallen van misbruik van asiel- en regularisatieprocedures of jarenlange fraude binnen ons sociale zekerheidssysteem… Zelden worden beelden getoond van succesvolle studenten of werknemers die hun steentje bijdragen aan onze maatschappij.
Duidelijkheid = menselijkheid
Inderdaad, ons land trekt meer asielzoekers aan dan studenten of werknemers, omdat het beleid hier tekort schiet. Er moet eindelijk werk gemaakt worden van een uitgewerkt “actief” migratieverhaal. Maar tegelijkertijd kan ook dat andere luik, van “passieve” migratie, niet uitgesloten worden. Ware vluchtelingen hebben recht op bescherming, op opvang, én op een beter leven in ons land. Maar economische gelukszoekers kunnen hier niet terecht. Zij moeten dan ook snel duidelijkheid krijgen: als zij hun kans wagen, moeten ze zeker binnen de 6 maanden weten dat ze terug moeten. Daarna moeten ze ook nog echt terug gestuurd worden; zonder hen de optie van regularisatie te laten. Zo vermijden we dat ze hier jarenlang met valse hoop leven, en vermijden we – door hen snel uit de opvangcentra te laten uitstromen - dat een echte vluchteling geen opvangplaats krijgt omdat deze wordt ingepalmd door iemand die er geen recht op heeft.
We moeten menselijk blijven, maar ook rationeel. Niemand mag gedwongen worden om in de vrieskou op straat te moeten overnachten; daarom is tijdelijke noodopvang onontbeerlijk. Maar dit moet tijdelijk blijven; ons land kan niet eeuwig structurele opvangplaatsen blijven bijcreëren, en zeker niet als men bedenkt dat een meerderheid van de opgevangen personen geen echte vluchtelingen zijn (67% van alle aanvragen werden in 2011 geweigerd). Op termijn moet wie hier onterecht verblijft, een duidelijke “nee” krijgen en effectief terugkeren.
Structurele aanpak nodig
En dit kan enkel bereikt worden als het asielbeleid structureel wordt aangepakt, iets waar er niet langer mee getalmd kan worden. Dit werd vorige week pijnlijk duidelijk in de media en op straat, maar de asielcrisis in ons land woedt niet enkel als het vriest. De asielcrisis bestaat 365 dagen per jaar. Tijdens die dagen mogen we ons hoofd niet in het zand steken; we moeten NU reageren om die eeuwige opvangcrisis aan te pakken.