Vlaams Parlementslid en schepen in Aalst
Kruimelpad
2010: het jaar van de asielcrisis
Het is het moment van de jaarverslagen en cijferpublicaties. In de studie rond asiel en migratie zijn dergelijke publicaties onontbeerlijk om de huidige situatie in ons land beter te begrijpen. Zoals het – recentelijk gepubliceerde - jaarverslag van Fedasil ons een bredere kijk gaf op het opvangnet voor asielzoekers, brengt het verslag van het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en Staatslozen (CGVS) ons heel wat bij omtrent de asielprocedure en de begeleiding van asielzoekers.
Onontbeerlijke gegevens
Zelf een leek inzake de materie kan zich aan de hand van de objectieve gegevens in dergelijke rapporten een duidelijker beeld vormen van ons asiel- en migratiebeleid. Dit is meer dan ooit noodzakelijk; al te vaak wordt de man in de straat enkel geconfronteerd met de (sensationele, negatieve) gevolgen van een asiel- en migratiebeleid dat ontspoord is.
Wetgeving bemoeilijkt praktijk
Soms denkt men dat deze ontsporing mede te wijten is aan de “manke werking” van betrokken instanties zoals DVZ, CGVS, Fedasil enz., iets wat in geen geval zo is. Men stelt het correct bij Fedasil: “Vandaag zitten de opvangcentra weer voor 97% vol. Dat het opvangnetwerk nog zo optimaal benut wordt, is vooral te danken aan de flexibiliteit en vindingrijkheid van Fedasil en zijn partners (Rode Kruis,…).” Niet aan het geweldige beleid dat onze regering de laatste jaren gevoerd heeft…
De bij de asielprocedure of –opvang betrokken instanties spannen zich dagelijks voor 200% in om de gevolgen van explosies van asielaanvragen in de kiem te smoren. Bij elke nieuwe vlaag van asielaanvragen komen niet enkel ons sociale zekerheidssysteem, de opvangcapaciteit en ons maatschappelijk evenwicht onder druk te staan. Ook het personeel dat met het asiel- en migratiebeleid te maken krijgt, moet soms zware dagen door.
De belangrijkste reden hiervoor is het kluwen van regels binnen het asielbeleid. Voor het personeel blijft de huidige wetgeving vol hiaten – waaronder de opvangwet of de procedurerichtlijnen - vaak onduidelijk en onlogisch, zo blijkt uit verschillende jaarverslagen en reacties[1]. Dit bemoeilijkt de praktijk, terwijl het in se veel eenvoudiger en duidelijker kan.
Pleiten voor verandering
Dat bewijzen wij met onze wetsvoorstellen; onlangs werd dit nog duidelijk met de gestemde strengere regels voor gezinshereniging. En de noodzaak tot verandering blijkt eens te meer uit aanbevelingen die worden geformuleerd in de jaarverslagen van deze instanties. Dergelijke dagdagelijkse bevindingen “on the field” blijven voor ons van groot belang; daarom bestuderen wij deze ook zorgvuldig. Objectiviteit - zonder voorstellen op te dringen of een politiek standpunt in te nemen – blijft echter prioritair in jaarrapporten. Enkel dat maakt een neutrale studie mogelijk.
Jaarverslagen en dagdagelijkse opmerkingen dragen bij tot wat onze doelstelling blijft: van het huidige, bijna onmenselijke asielbeleid een menselijke, leefbare situatie te maken. Zowel de “man in de straat” als de “vreemdeling” hebben recht op een antwoord. Op duidelijkheid. Op menselijkheid.