Vlaams Parlementslid en schepen in Aalst
Kruimelpad
1 jaar algemeen rookverbod in de horeca
1 juli 2012. Precies één jaar geleden werd in ons land het rookverbod in de horeca van kracht, na een arrest van het Grondwettelijk Hof. Dit oordeelde dat de verschillende behandeling die tot dan bestond inzake het rookverbod in drank- en eetgelegenheden ongelijk en discriminerend was. Voortaan zou het rookverbod overal in de horeca gelden; een maatregel die ons land sowieso in 2014 zou moeten invoeren. Een jaar na de invoering van het rookverbod blijkt dat deze zijn effect niet gemist heeft en nu al een mentaliteitswijziging ten aanzien van roken heeft veroorzaakt.
Sinds 1982 is het aantal rokers in ons land sterk blijven dalen. In 2009 schatte men het totale aantal rokers in ons land op 2,7 miljoen. Tussen 2009 en 2010 daalde dit met 2.4% en in 2010 rookte ongeveer 18 % van de bevolking. In 2011 bleef dit aantal nagenoeg stabiel.
De verkoop van sigaretten is de laatste jaren echter sterk gedaald. In 1982 werden er nog 17,9 miljard sigaretten verkocht, tegenover 12,5 miljard in 2011. Ook het gemiddeld aantal gerookte sigaretten daalde sterk, een mogelijk resultaat van het totale rookverbod in de horeca vanaf 1 juli 2011.
Met de veralgemening van het rookverbod in de horeca wil men rokers niet enkel aanzetten om te stoppen, maar jongeren ook afraden om te beginnen roken. Bij deze laatste groep is het vooral de directe entourage die aanzet tot roken. Door op café niet met de sigaret geconfronteerd te worden, worden ze minder aangezet tot het proberen van een sigaret. Er wordt geschat dat het algemeen rookverbod in België op termijn jaarlijks 12.000 jongeren zal redden van een tabaksverslaving.
Het algemeen rookverbod in de horeca wordt vandaag relatief goed opgevolgd, behalve ’s avonds en ’s nachts. Eind 2011 stelden de controlediensten van Volksgezondheid vast dat er in 13% van de 1.750 gecontroleerde cafés nog steeds gerookt werd. Ook de afgelopen maanden werden er rokers op café gesignaleerd. Er moet dus blijvend gecontroleerd worden en duidelijke regels gesteld worden; uitzonderingen zorgen immers voor onduidelijkheid en misbruik. Desondanks heeft het rookverbod vandaag wel al duidelijk geleid tot een mentaliteitsverandering. Zo staat meer dan 80% van de Belgen achter het rookverbod en voor het eerst is ook een meerderheid van rokers (60%) voor het rookverbod. Daarnaast nam het aantal rokers dat de Tabakstoplijn contacteerde sterk toe (in 2011 in totaal 22.240 contacten geregistreerd, een stijging van 75% ten opzichte van 2010). Ook bij de jongeren is de mening tegenover roken sterk veranderd: bijna 3 op 4 jongeren vinden het algemeen rookverbod een goede zaak en bijna 2 op de 3 jongeren zijn voorstander van het algemeen verbod op de verkoop van tabak.
De eerste stap naar een rookvrij bestaan is precies een jaar geleden al gezet. We zijn goed op weg, maar toch mogen we niet te vroeg juichen: de sigaret blijft wereldwijd verantwoordelijk voor 30% van alle kwaadaardige tumoren. In België sterven elk jaar nog steeds ongeveer 19.000 mensen aan de gevolgen van tabaksgebruik. Er moet dus meer dan ooit blijvend ingezet worden op een ontradend beleid en een blijvende sensibilisering voor een rookvrije samenleving. Gezelligheid hangt niet af van de aanwezigheid van een sigaret en dat beseft men nu meer en meer dankzij het rookverbod, dat bewijst de groeiende afkeur tegenover rookgedrag.